Hoe zou het zijn als er minder angst in de wereld was?
Dat is een vraag waar ik vaak over nadenk. Angst is de motor achter veel van de grote problemen waar we vandaag mee worstelen. We bestrijden elkaar op allerlei gebied omdat we bang zijn oprecht met elkaar in gesprek te gaan. Bang om onze gehechtheid aan onze eigen standpunten, onze eigen waarheid, los te laten en tegen de ander te zeggen: “Ok, dus zo zie jij het. Dat is een interessante zienswijze – zo had ik het nog niet bekeken”. We helpen het klimaat om zeep omdat we bang zijn voor verandering. Onze landsbestuurders maken ontoereikende afspraken in een papieren klimaatakkoord waarvan ze zelf ook wel weten dat het tekort schiet. Angst maakt dat ze de echte oplossingen, die er wel degelijk zijn, negeren. Angst fluistert soms idiote pseudo-oplossingen in, zoals moet zijn gebeurd bij de Grote Wereldleider met het vreemde kapsel, die een onbetaalbare muur laat bouwen aan de grens van zijn land, om al die enge bruine mensjes tegen te houden die hem bedreigen met hun tacos en sombreros.
Nuttig, soms
Om misverstanden te voorkomen: ik wil angst niet in het verdomhoekje stoppen. Het is een nuttig overlevingsmechanisme dat ons behoedt bij gevaar. Als je een tijger tegenkomt die er hongerig uitziet is het heel verstandig om bang te zijn en te maken dat je wegkomt. Maar in verreweg de meeste gevallen is er geen tijger, is de angst onterecht en een slechte raadgever. Ik ondervond dat laatst toen ik wat gedoe had met een kennis. In mijn ogen ging het om een kleinigheid maar de kennis dacht daar anders over en had luidkeels over de telefoon zijn ongenoegen laten blijken. Mijn primitieve “krokodillenbrein”, door neurologen Amygdala genoemd, was bij die onverwachte uitbarsting onmiddellijk in overdrive geschoten. Ik voelde me enorm onveilig. Allerlei beelden schoten door mijn hoofd en ik was verbijsterd over de hoeveelheid angst die deze situatie bij mij opriep. Ik lag er wakker van, terwijl mijn brein eindeloos hetzelfde rondje draaide, waarbij ik de situatie zinloos maar onstuitbaar herkauwde.
Regie
Gelukkig weet ik inmiddels hoe ik het best met mijn Amygdala om kan gaan. Ik besloot de regie over mijn gedachten weer in handen te nemen. Ik bedankte mijn “krokodillen” voor hun bezorgdheid en hun ijver om mij tegen het “gevaar kennis” te willen beschermen. Vervolgens maakte ik ze vastberaden duidelijk dat ik onder geen beding gehoor zou geven aan hun advies om:
- de kennis terug te bellen en door de telefoon nog veel harder tegen hem te schreeuwen dan hij tegen mij had gedaan (dat zou hem leren!), of
- onmiddellijk te verhuizen naar een ver land, of
- het hele geval te negeren en te doen of de kennis niet bestond.
Ik deed iets anders. Ik belde de kennis terug en nodigde hem uit voor een kop koffie – en hij kwam nog ook. We hebben de situatie besproken en toen bleek dat een aantal aannames die ik voordien had gedaan, en andere aannames van zijn kant, niet klopten. Er ontstond wederzijds begrip en we maakten afspraken over de oplossing. Sindsdien voel ik me weer op mijn gemak en slaap ik weer rustig. Ik vermoed dat hetzelfde voor de kennis geldt. En er is, een héél klein beetje, minder angst in de wereld.